Written and Photography by Jetske Erisman
Op 1 juni 1927 wordt de omgeving van Neede (de Achterhoek) in de namiddag opgeschrikt door een heftige windhoos. Het is de tweede windhoos die de Achterhoek treft binnen twee jaar. Twee jaar eerder was er een soortgelijke ramp in Borculo, er trok een tornado over het stadscentrum en Borculo werd verwoest. Helaas werd de ramp bij Neede al snel vergeten en is er alleen nog aandacht voor de ramp bij Borculo. Ik ben benieuwd waarom deze ramp van Neede in de vergetelheid is geraakt, ondanks dat er meer slachtoffers vielen dan in Borculo. De ramp van Neede wordt nauwelijks meer herinnerd; er is bijna geen officiële documentatie meer te vinden en enkel wat hobbyisten hebben er nog een blog of artikel over geschreven. Om deze vergeten ramp te onderzoeken heb ik ten eerste een literatuuronderzoek uitgevoerd en ben ik vervolgens op 11 oktober 2014 naar de rampplek toegegaan voor een aanvullend veldwerk onderzoek.
De stormramp van Neede
Op 1 juni 1927 trok er dus een zware windhoos over de omgeving van Neede. Een windhoos is een draaiende wervelwind die lucht naar boven zuigt. Een windhoos komt voort uit een onweerswolk en gaat gepaard met grote luchtdrukverschillen[1]. Een zeer zware windhoos wordt ook wel een tornado genoemd, deze komen nauwelijks voor in Nederland[2]. De windhoos van Neede was zo zwaar dat deze wel degelijk een tornado genoemd kan worden. Met behulp van metingen en reconstructies bleek later dat deze windhoos een score F4 had op de schaal van Fuijta. De schaal van Fuijta meet de sterkte van de tornado en de schade die met een bepaalde sterkte gepaard gaat. De schaal loopt van F1 tot F5, waarbij een score van F5 de hoogste schaal is en de zwaarste tornado’s bevat. De tornado bij Neede had dus de één na hoogste score op deze schaal. Dit houdt in dat goed gefundeerde huizen kapot zullen gaan en alles met een losse fundering, bijvoorbeeld auto’s of schuurtjes, opgezogen zullen worden in de tornado[3]. Een tornado van deze sterkte heeft dus een enorme kracht en heeft dan ook veel schade toegebracht in de omgeving van Neede.
De baan van de tornado van Neede liep ongeveer van Lievelde naar Neede, waarbij het dorp Beltrum helemaal verwoest werd. Vervolgens trok de tornado verder richting Overijssel, maar bracht daar minder schade aan (Dute 2007). Uiteindelijk vielen er 10 doden en honderden gewonden. Tientallen huizen zijn met de grond gelijk gemaakt en bomen, treinen, landbouwmachines en vee werden door de tornado de lucht ingezogen en enkele honderden meters verderop weer neergegooid. De schade was enorm.
Omdat twee jaar voor deze stormramp er een zelfde soort tornado over de omgeving was getrokken, kon de hulpactie snel worden opgezet. Men wist uit ervaring wat er moest gebeuren. Het Nationaal Steuncomité en het Oranje Kruis stelden gelijk zo’n 30.000 gulden beschikbaar voor hulp.
De tornado van Neede kan als ramp gekwalificeerd worden omdat het binnen de meest gebruikte definitie van een ramp past. Het is namelijk een ‘natuurlijke kracht die een kwetsbare samenleving raakt en daarbij zo destructief is dat men de sociale orde weer opnieuw moet opbouwen (Oliver-Smith en Hoffman 2002: 4). Er zijn een aantal zaken die de bevolking vulnerable maakte bij deze windhoos. Wanneer een groep zeer kwetsbaar is, zal de schade van de ramp groter zijn. Een kwetsbare groep heeft namelijk minder mogelijkheden tot het voorbereiden op een eventuele ramp en de wederopbouw na de ramp. Zo waren er nog geen geavanceerde weersvoorspellings- technieken en zag men de tornado niet aankomen. Daarnaast is de Achterhoek een landelijk gebied dat sterk afhankelijk was van de landbouw. Toen de boerderijen, het vee en de landbouwmachines door de tornado verwoest werden, waren veel mensen hun bron van inkomsten kwijt. Ook was er in 1927 een minder uitgebreide hulpverlening beschikbaar en wist men door de communicatiemiddelen van die tijd minder snel wat er precies aan de hand was. Daarnaast was het zomer, het vee liep dus buiten en de bomen waren vol in blad. Hierdoor is er dus veel vee gedood door de storm en zal er veel schade door bomen zijn geweest; bomen die vol in het blad staan vangen meer wind en daardoor is de kans groter dat ze omvallen of dat er grote takken afbreken. Dit soort kenmerken van een groep mensen maakt ze minder in staat tot het voorbereiden, aanpassen en verwerken van een ramp, dit maakt ze vulnerable (ibid: 28).
Het veldwerk
Op zaterdagochtend 11 oktober stap ik in de auto, op weg naar het oosten van het land. Het is een lange rit van zo’n drie uur. Ik ben benieuwd wat ik zal aantreffen in de Achterhoek, ik ken het gebied namelijk helemaal niet. Van te voren heb ik grondig uitgezocht waar ik moet zijn om de baan van de windhoos te volgen. Het blijkt dat een provinciale weg, de N18, de windhoos voor een groot deel volgt, dus ik besluit deze weg te rijden. Eenmaal aangekomen in het oosten van het land, blijkt de Achterhoek een bosrijk en rustig gebied te zijn. Het is er niet zo plat als in andere delen van het land, de weilanden zijn licht glooiend en zijn omringd met bomen. Rijdend over de weg van Didam naar Neede kan ik mij voorstellen dat je in dit gebied een windhoos, of storm, slecht ziet aankomen: ver naar de horizon kijken kan namelijk op veel punten niet.
De N18 is een rechte, provinciale weg zoals zo velen in Nederland; langs de industrieterreinen van dorpen, met veel stoplichten en rotondes. Tijdens het rijden over de weg krijg ik niet het gevoel dat op deze plek zich een ramp heeft voltrokken. Op het eerste gezicht is er niets te zien, er zijn geen gedenktekens, sporen van verwoesting of andere zaken die doen denken aan een ramp. Ook krijg ik niet het gevoel dat hier iets heel heftigs was gebeurd, een gevoel dat ik wel kreeg toen ik een concentratiekamp bezocht en de plek van de Twin Towers in New York bezocht. Dit nare en misselijkmakende gevoel bleef uit bij het rijden van de N18 naar Neede.
Eenmaal aangekomen in Neede besluit ik het dorp niet in te gaan, maar te gaan rijden over het industrieterrein aan de rand van het dorp. Daar is de windhoos namelijk overheen gegaan. In 1927 was hier een grote kledingfabriek en een stationsemplacement (‘het laadterrein van een station’[4]). Op het moment dat de tornado naar dit gebied trok waren er veel mensen aan het werk in de fabriek. De tornado is over de fabriek heen gegaan waardoor de fabriek instortte, daarbij zijn vele mensen gewond geraakt. Gelukkig was een groot deel van de werknemers van de fabriek naar buiten gelopen om naar de lucht te kijken die plotseling zwart en groen werd, zij kwamen dus niet onder de instortende fabriek terecht. Bij het stationsemplacement verderop werden treinen de lucht ingezogen en tientallen meters verderop weer neergeworpen. De tornado heeft dit stuk van Neede het hardst geraakt en het is een wonder dat er hier niet vele doden zijn gevallen.
Wanneer ik door deze wijk rijd, is er niets meer te zien van de ravage die zo’n negentig jaar geleden ontstond. Nu is het een standaard industrieterrein: nieuwe gebouwen, fabrieken en lege, brede lanen langs alle opritten. Er was op deze zaterdagmiddag nog één andere auto te vinden in de buurt, verder was er niemand en waren alle bedrijven gesloten. Het is moeilijk om hier de ramp voor te stellen, want niets wijst erop dat dit een rampplek zou kunnen zijn. Het is voor mij even moeilijk als het voorstellen dat er een ramp bij mijn huis zou zijn: het lukt niet. Om toch sporen van de ramp te proberen te vinden, probeerde ik op een gedetailleerder niveau naar mijn omgeving te kijken: hoe zagen de huizen er precies uit? Waar staan de huizen? Hoe oud zijn de bomen? Plotseling begon er mij iets op te vallen: er waren nauwelijks boerderijen te zien die er heel oud uit zagen, nergens zag ik boerderijen die enkele eeuwen oud zouden kunnen zijn. Ik denk dat dit een spoor van de ramp is. Vele boerderijen in de omgeving van Neede zijn met de grond gelijk gemaakt, het is dus niet raar dat er niet veel boerderijen ouder dan negentig jaar staan. Ondanks dat dit een vrij duidelijk spoor van de ramp lijkt te zijn, vraag ik mij wel af of dit niet is wat ik wil zien, in plaats van een ‘objectieve observatie’.
Vervolgens probeer ik mijn eigen ervaringen en herinneringen in deze omgeving te plaatsen. Zo heb ik een keer een windhoos voor de kust van Noord-Holland gezien en denk ik aan beelden die ik gezien heb van het noodweer dat het festival Pukkelpop in 2011 trof. Ook daar werd de lucht helemaal zwart en groen, dit leek op de beschrijvingen van de lucht tijdens de tornado in 1927. Ik probeer de twee plaatjes samen te voegen en in dit landschap te plaatsen. Na enige concentratie kan ik alleen maar concluderen dat het een zeer angstaanjagend beeld moet zijn geweest.
Na Neede rijd ik door naar het dorp dat in 1925 door een andere stormramp volledig is verwoest: Borculo. De stormramp van 1927 heeft dit dorp weliswaar dan niet geraakt, maar hier is het Brandweer- en Stormrampenmuseum te vinden. Via het VVV-kantoor van Borculo kun je toegang krijgen naar het museum. Wanneer ik de man achter de balie vertel dat ik graag naar binnen wil, kijkt hij mij raar aan. Het museum lijkt niet veel bezocht, laat staan door meisjes die in hun eentje naar binnen willen. Het museum bestaat uit een aantal ruimtes waar oude brandweerauto’s staan opgesteld, vooral uit het begin van de twintigste eeuw. In een hoekje is er een kleine expositie over de stormrampen van 1925 in Borculo en van 1927 in Neede. Helaas is ook hier weer veel meer informatie te vinden over de ramp in Borculo, dan over de ramp in Neede. Tussen de tientallen krantenberichten en foto’s, is maar een enkele foto van Neede te vinden. Wel zie ik een aantal foto’s en krantenberichten waarvan op internet stond dat ze over Neede gingen, maar die volgens het museum over Borculo gaan. Hieruit blijkt maar weer hoe weinig formele data er te vinden is over de ramp en hoe lastig het is om data van bijna honderd jaar geleden te beoordelen.
In het museum zelf is er dus weinig informatie voor mij te vinden, dus ik besluit daarom de man achter de balie van de VVV aan te spreken. Ik leg hem uit over mijn veldwerk onderzoek en vraag hem of mensen de stormramp van 1927 nog kennen en of deze ramp ook herdacht wordt. Hij vertelt mij dat weinig mensen nog af weten van de stormramp van 1927. Wel weten mensen nog van de ramp van 1925, maar deze wordt niet officieel herdacht. Toevallig hoorde hij dat er deze week filmopnames zijn geweest bij de laatste nog levende personen die de ramp bij Borculo zelf hebben meegemaakt. Hij verwacht dat er in 2025 en 2027 iets georganiseerd zal worden, dan is het namelijk 100 jaar na de rampen. De man van de VVV wist ook te vertellen waarom de ramp bij Borculo zo veel bekender is, toentertijd had Borculo namelijk een burgemeester die koningin Wilhelmina kende. Deze burgemeester heeft de koningin toen direct uitgenodigd voor een bezoek aan de rampplek, zo kreeg Borculo ineens een landelijke bekendheid. Daarnaast ging de tornado die Borculo trof over het stadscentrum en trok de tornado bij Neede tussen de dorpskernen door. Helaas kwam de ramp van Neede zo dicht op deze bekende ramp, dat men er geen aandacht meer voor leek te hebben.
In het centrum van Borculo overweeg ik om wat oudere mensen aan te spreken en het met hen te hebben over de tornado’s die deze omgeving hebben getroffen, maar na het Achterhoeks accent te hebben opgevangen van twee oudere dames durf ik niet meer, het is onverstaanbaar.
Afbeelding 1: Verloop Cycloon - Own work [CC0], via Wikimedia Commons
Een windhoos – diezelfde dag
De dag waarop ik mijn veldwerk deed was een redelijk zonnige dag in de Achterhoek. In de auto terug begon het echter hard te regenen, er trok een lage drukgebied van west naar oost over Nederland. Terwijl ik in de regen terugreed dwaalden mijn gedachten af naar de windhoos in de Achterhoek, met slecht weer kon ik mij een windhoos veel beter voorstellen in het gebied dan met het mooie weer van die middag. Ik kon mij veel beter indenken hoe mensen angstig geschuild moeten hebben voor het noodweer dat over trok. Eenmaal thuis aangekomen zette ik het nieuws aan en hoorde tot mijn stomme verbazing dat er die avond weer een windhoos over hetzelfde gebied trok. Ik had dus bijna zelf een windhoos in de omgeving van Neede meegemaakt. De windhoos was ten zuiden van Neede over een aantal boerderijen getrokken en heeft 6 boerderijen zwaar getroffen. Ook bij deze windhoos vlogen losstaande voorwerpen de lucht in, bijvoorbeeld dakpannen. De grootste problemen werden dan ook veroorzaakt door asbest dat los was gekomen en door bomen die waren omgevallen. Ik bedacht mij ook ineens dat nu begin oktober en in juni 1927, de bomen nog vol in het blad zaten, iets dat de omgeving extra kwetsbaar maakt.
Op dat moment snapte ik helemaal hoe de windhoos de bewoners van de dorpen rondom Neede moest zijn overvallen, ook op deze middag in oktober wees niets erop dat er zich een windhoos zou voordoen, ondanks onze ‘moderne’ weersvoorspellingen.
De bekendheid van Neede
Na mijn voorbereidende literatuuronderzoek en mijn veldwerk, vind ik het niet gek dat de ramp bij Neede zo slecht in het geheugen van de Nederlandse bevolking ligt. Er zijn een aantal factoren aan deze ramp die hiervoor gezorgd hebben, ondanks de zeer zware tornado en de 10 doden die er te betreuren waren. Als eerste is het een belangrijk gegeven dat de stormramp bij Borculo twee jaar daarvoor plaatsvond, dit zorgde ervoor dat de plaatselijke politie, brandweer en ambulancepersoneel wisten hoe er met een soortgelijke ramp omgegaan moest worden. Hierdoor verliepen de hulpverlening en de heropbouw voorspoedig en was er geen conflict tussen de slachtoffers van de ramp en de politieke organisatie. Door de ramp bij Borculo waren de inwoners van het rampgebied van Neede zich bewust van het feit dat er tornado’s voor konden komen in de omgeving, dit zorgde ervoor dat er minder vragen waren bij de ramp.
Het soepele verloop van de hulpverlenging door ervaring van de ramp bij Borculo heeft een keerzijde gehad: de ramp werd vergeten. Een ramp wordt namelijk beter onthouden wanneer er conflicten zijn tussen burgers en de politieke laag, of wanneer er veel ontevredenheid is over de gang van zaken, of wanneer er veel onbeantwoorde vragen zijn. Deze zaken zijn veel belangrijker dan de grote van de schade, of het aantal doden dat de ramp heeft veroorzaakt (Kofman Bos et al. 2005: 5, 9, 22). Dat men de ramp is vergeten, is kan eigenlijk gezien worden als een compliment aan de organisatie van de hulpverlening van toentertijd.
Afbeelding 2. Overblijfselen locomotief loods - UnknownUnknown author [Public domain], via Wikimedia Commons
‘Verwoestende cycloon Neede mag niet vergeten worden’
[1] http://www.knmi.nl/cms/content/39453/windhoos (bezocht op 27-10-2014)
[2] http://www.knmi.nl/cms/content/34102/tornado (bezocht op 27-10-2014)
[3] http://www.spc.noaa.gov/faq/tornado/f-scale.html (bezocht op 27-10-2014)
[4] http://surfdiensten3.vandale.nl/zoeken/zoeken.do (bezocht op 30-10-2014)
EEN NIEUWE STORMRAMP. Voorpagina Algemeen Handelsblad - 2 Juni 1927 Wederom de Geldersche Achterhoek en Twente geteisterd. Verschillende dooden, vele gewonden, van Millingen trok de hoos over Lichtenvoorde, Groenlo, Neede en de streek ten oosten van Almelo naar Tubbergen.... Lees meer
Bank Onthuld te Neede. De Telegraaf - 8 Juli 1928 Ter herinnering aan den cycloon in 1927. NEEDE, 7 juli - Gusteravond werd op een terrain aan den Haaksbergscheweg, waar het vorig jaar de cycloon het hevigst huishield, een herinneringbank onthuld... Lees meer
Bibliography
Dute, H.
2007 De cycloon van Neede. http://dute.home.xs4all.nl/cycloon-neede.htm (bezocht op 29-10-2014).
’t Hart, P. et al.
2005 The Long Shadow of Disaster: Memory and Politics in Holland and Sweden. The International Journal of Mass Emergencies and Disasters. Vol. 23, No. 1, pp. 5-26
Oliver-Smith, A. and Hoffman, S.M. et al.
2002 Catastrophe and Culture. The Anthropology of Disaster. School of American Research Press: Santa Fe
Hallo,
Bij het opruimen van het huis van mijn opa en vader, heb ik een krant gevonden van de stormramp in de achterhoek van 1927.
Dit mooie document is niet te koop, maar misschien kan de krant in kleur gekopieerd worden.
vriendelijke groeten,
F.ten Lohuis.
ftenlohuis@live.nl