Written and Photography by Hannah Muysken
Introductie
Het Aardappeloproer vond plaats in de zomer van 1917, tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hoewel Nederland neutraal was in deze oorlog, werd de in- en uitvoer van goederen sterk belemmerd door de internationale omstandigheden (Stadsarchief, geraadpleegd op 29/10/2014). Voedsel was schaars en ging op de bon. De armere delen van de bevolking werden het hardst getroffen door deze schaarste. De Oostelijke eilanden en de Jordaan vormden op dat moment de arme arbeidersbuurten , die via bruggen gescheiden waren van de rijkere delen van Amsterdam. Toen er geen aardappelen meer te verkrijgen waren hadden de vrouwen uit deze arbeidersbuurten er genoeg van. Ze zouden zelf op zoek gaan naar aardappelen. Toen bekend werd dat op de Prinsengracht een schip met aardappelen lag – bestemd voor het leger – werd dan ook besloten dit schip te plunderen. Het was het begin van een week van onrust. Dezelfde dag werden ook gebouwen geplunderd waar aardappelen lagen opgeslagen. De vrouwen trokken vervolgens naar het stadhuis om een betere voedselvoorziening af te dwingen. Daar werd hen verzekerd dat het stadsbestuur alles op alles zal zette om meer aardappelen te verkrijgen, maar dat Amsterdam zich de komende dagen met rijst en erwten zou moeten redden. Met dit antwoord namen de vrouwen echter geen genoegen. Zoals één van hen zei:
Rijst, rijst en nog eens rijst, terwijl je de nieuwe aardappelen voor je neus aan de [rijke] dames ziet verkopen (Tussen Taal en Beeld, geraadpleegd op 29/10/2014).
In de dagen hierna sloten de mannen zich aan bij de onlusten. Ook de radicaal socialistische beweging mengde zich in de strijd (ibid). Plunderingen op verschillende locaties in de stad volgden. Hoewel politie en leger dit probeerden te voorkomen, werkten de verschillende buurten samen door elkaar te informeren over opslagplaatsen van aardappelen en elkaar te mobiliseren om te plunderen. De opstand mondde uit in een gewapend conflict tussen de demonstranten en het leger, waarbij op scherp geschoten werd. Er vielen negen doden en 114 gewonden (Stadsarchief, geraadpleegd op 29/10/2014).
In dit verslag geef ik de resultaten weer van het veldwerkonderzoek dat ik heb verricht naar het Aardappeloproer en de huidige Jordaan. Ik heb onderzocht of en hoe de gevolgen van het oproer nog steeds zichtbaar zijn, in hoeverre en op welke manier dit leeft bij de huidige bewoners van de buurt. Ook heb ik gekeken naar de manieren waarop de herinnering aan de gebeurtenissen wordt vormgegeven, waarbij ik twee voorbeelden gebruik: Het jaarlijkse herdenkingsfestival Patatatoe en een gedenkbordje van het Aardappeloproer in het Amsterdams Museum.
Allereerst zal ik de plek beschrijven waar de ramp zelf heeft plaatsgevonden: het Haarlemmerplein. Zijn de gebeurtenissen uit 1917 nog zichtbaar? Welke functie heeft deze plek nu? Aangezien het bloedbad op het Haarlemmerplein slechts de laatste schakel was in een reeks gebeurtenissen, vond ik het belangrijk om ook een beeld te krijgen van hetgeen zich daarvoor had afgespeeld. Ik heb daarom ook andere locaties bezocht die belangrijk waren in de oproer, zoals de Westertoren, de Prinsengracht, de Rietlanden en de Groenmarkt. Van verschillende van deze locaties en het Haarlemmerplein zelf heb ik foto’s gemaakt die in de bijlage te zien zijn. Daarna beschrijf ik de gesprekken die ik heb gevoerd in de omgeving van het Haarlemmerplein. Wat weten mensen van het Aardappeloproer? Hoe verhouden ze zich daartoe? Vervolgens ga ik in op de manieren waarop de herinnering aan de ramp wordt vormgegeven, om af te sluiten met een conclusie.
De locaties bezoeken: Beleving en analyse
Dat zijn soldaten die daar schreeuwen, valt haar plotseling helder in, ze zijn gekomen om de orde te bewaren. Orde? Welke orde? denkt ze gejaagd en ze voelt zich giftig worden.
De orde, die het arme volk naar de duivel voert…
Eensklaps hoort ze een fluitend gesuis, dicht langs haar hoofd. Ze richt zich op, ze weet niet waarom ze het doet. 'Niet schieten!' roept ze, 'Jezus Christus, niet schieten!!'.
Plotseling lijkt het, alsof een vurige adder in haar borst bijt. Een hete pijn slaat door haar heen, de armen vallen neer, haar lichaam zakt naar de grond. 'Godt alleen de ere,' prevelt ze.
(Mens 1957 in Tussen Taal en Beeld, geraadpleegd op 29/10/2014)
Griet Manshande was één van de negen mensen die omkwamen op 5 juli 1917 tijdens het Aardappeloproer. Schrijver Jan Mens tekende haar laatste woorden op in het slotdeel van zijn romanreeks over haar leven. Terwijl ik op het Haarlemmerplein sta, probeer ik me voor te stellen hoe hier op een zomeravond 97 jaar geleden een strijd gaande was tussen een boze menigte en het leger. Dat lukt maar matig. In plaats van een ramp plek zie ik een stadsplein waar allerlei alledaagse dingen gebeuren: mensen fietsen en wandelen langs, zitten op bankjes, of doen boodschappen bij één van de winkels rondom het plein. In het midden zijn vier rijen met verlichte fonteinen, die steeds van kleur veranderen. Daaromheen staan bomen met bankjes erbij. Aan één kant loopt een fietspad dwars door het plein, die de verbinding vormt met de Haarlemmerdijk, de drukke straat achter het plein. Om het plein zijn winkels, een café, een snackbar en de Roode Bioscoop gevestigd.
Er is veel veranderd ten opzichte van 1917. De trambaan die door het plein liep is verdwenen. Op een hoek glinstert het uithangbord van de ABN AMRO en onder de oud-Amsterdamse gevels zijn eigentijdse ondernemingen zoals de HEMA en de Sunday’s gevestigd. De oude Spaarbank heeft plaatsgemaakt voor Snackbar ’t Centrum. Aan eten is vandaag de dag geen gebrek meer. Maar niet alles is anders. De lantaarnpalen zijn gebleven. De Roode Bioscoop, tegenwoordig een theater, bestaat nog. Ook bioscoop The Movies op de Haarlemmerdijk, waar de slachtoffers van de schietpartij destijds zijn neergelegd, zit er nog. Het is precies deze afwisseling tussen oud en nieuw, typisch Amsterdams en kosmopolitisch, en tussen volks en ‘yuppig’, die zo typerend is voor de huidige Jordaan.
Ik besluit de verschillende locaties langs te gaan die een rol speelden in het Aardappeloproer. Allereerst kom ik langs de Westertoren, waar de eerste geruchten over een schip met aardappelen zich eind juni 1917 verspreidden (Mokums, geraadpleegd op 29/10/2014). Vervolgens ga ik de Prinsengracht op. Ik loop langs de plek waar het schip met aardappelen ongeveer gelegen moet hebben, en vervolgens langs nummer 168, waar een pakhuis gevestigd was dat de arbeidersvrouwen hebben geprobeerd te plunderen. Ook bezoek ik de plek waar de voormalige Groenmarkt zat aan de Marnixstraat (op 2 juli 1917 braken hier rellen uit tussen politie en demonstranten) en de Rietlanden op de Oostelijke Eilanden (op dit voormalige rangeerterrein werden wagons met aardappelen geplunderd). Vanaf de Oostelijke Eilanden keer ik weer terug naar de Jordaan.
Als ik rondkijk in de straten rondom het Haarlemmerplein, realiseer ik me hoe groot het contrast is tussen de huidige Jordaan en de arbeidersbuurt die het ooit was. De Jordaan wordt veelal in verband gebracht met het begrip gentrificatie. Hamnett (1984) definieert dit als ‘[...] the invasion by middle-class or higher-income groups of previously working-class neighbourhoods or multi-occupied “twilight areas” and the replacement or displacement of many of the original occupants’. Dit proces is duidelijk zichtbaar. De bruine café’s – die nog steeds veel bezocht worden door mensen uit de ‘oude’ Jordanese arbeidersklasse - wisselen zich af met hippe kledingzaken, biologische winkels en grand café’s – ondernemingen die meer aansluiten bij de wensen van een ‘nieuw’ intellectueel middenklasse publiek . De originele bewoners van de Jordaan zijn zich bewust van deze veranderingen in de buurt. Ik spreek hierover met een man van zeventig die al zijn hele leven in de Jordaan woont. Hij vertelt dat dit in zijn jeugd nog een arme buurt was, waar gezinnen ‘met zijn tienen in een piepklein kamertje woonden’. Inmiddels wonen hier veel ‘yuppen’. Veel van de oude Jordanesen zijn naar plaatsen als Almere en Purmerend verhuisd, vertelt hij.
Na mijn bezoek aan de verschillende locaties ben ik weer terug op het Haarlemmerplein, het eindpunt van het oproer. Ik kijk nog eens goed om me heen, en concludeer dat je dit plein alleen als ramp plek kunt zien wanneer je de geschiedenis van het Aardappeloproer kent. Van de ramp zelf is eigenlijk niets meer zichtbaar. Maar is het wel voelbaar?
In de hoop te weten te komen of en hoe de oproer in de buurt voortleeft, besluit ik mensen aan te spreken. Op het Haarlemmerplein spreek ik eerst een dakloze meneer op een bankje aan. Hij heeft er nog nooit van gehoord, maar raadt me aan om het aan iemand te vragen die uit de buurt komt. Ik probeer het vervolgens bij twee andere mensen die ik op het plein tegenkom, maar ook zij weten niet wat ik bedoel. Ik bedenk dat ik misschien de meeste kans maak om iemand te spreken die er wat vanaf weet, als ik het in de bruine café’s in de buurt probeer. Hier zitten veel mensen die in deze buurt zijn opgegroeid. Zo kom ik terecht in café Pleinzicht, het café op het Haarlemmerplein. Ik vraag de mevrouw achter de bar naar het Aardappeloproer. ‘Het wát?’ vraagt ze. Ik herhaal mijn vraag. De vrouw denkt even diep na en zegt dan: ’Ja, dat was vroeger hier… Toen de mensen geen aardappeltjes hadden.’ Op mijn vraag of ze denkt dat dit nog leeft in de buurt antwoord ze resoluut ‘nee’. ‘Nee, mensen zijn daar niet mee bezig…Ik weet er zelf toevallig vanaf omdat ik hier uit de buurt kom’.
Een paar van de mensen die ik gesproken heb weet (in grote lijnen) wat er in 1917 gebeurd is. Ze relateren dit aan het feit dat ze uit de Jordaan komen, of er momenteel wonen. Daarmee geven ze impliciet aan de oproer als een stukje geschiedenis van deze specifieke buurt te zien. Tegelijkertijd komt de manier waarop zij hierover praten op mij niet over alsof ze zich persoonlijk of emotioneel betrokken voelen bij de ramp. De uitspraak van de barvrouw van café Pleinzicht – ‘Ik weet dat toevallig omdat ik uit deze buurt kom’ – geeft dit goed weer. Er zit een bepaalde afstandelijkheid in die ik ook terugzie in de manier waarop de andere mensen erover praten. Ze weten ‘toevallig’ dat dit is gebeurd, maar stellen zich meer op als toeschouwers van deze geschiedenis, dan als erfgenamen. Het is weliswaar de geschiedenis van hun buurt, maar niet hún geschiedenis. Uiteraard geldt deze conclusie enkel voor de mensen die ik in verband met dit onderzoek heb gesproken. Het is goed mogelijk dat er mensen te vinden zijn voor wie het Aardappeloproer een andere betekenis heeft. Het feit dat mensen weten wat er is gebeurd geeft in ieder geval aan dat de ramp niet totaal vergeten is.
Hoe wordt de herinnering hieraan vormgegeven?
Op de Oostelijke eilanden wordt jaarlijks een herdenking van het Aardappeloproer georganiseerd, het Patatatoe-festival. Op de facebookpagina van Patatatoe is te lezen: ‘Buurtfeest Patatatoe (2e zaterdag van september) is een buurtfeest/podium voor lokaal talent en start met de aardappeloptocht over de Oostelijke Eilanden’ (https://www.facebook.com/patatatoe 06/10/2014). Er wordt een Aardappeloptocht gehouden, er is eten voor de hele buurt en er zijn live muziekoptredens (Welzijn IJsterk 06/10/2014).
Ook heeft er een tijd een bordje in het Amsterdams Museum gehangen ter herinnering aan de oproer. Op dit ronde bordje is een menigte te zien die staat te wachten op voedselbonnen, die vanuit een grote hoorn massaal op hen neergestrooid worden. Aan de voet van de hoorn van overvloed staat waarschijnlijk het portret van Folkert Posthuma, destijds Minister van Landbouw en belast met de voedseldistributie; naast hem is een sikkel afgebeeld, het symbool van de landbouw (Amsterdams Museum 06/10/2014, zie bijlage).
Wat me opvalt aan zowel het Patatatoe-festival, het bordje uit het Amsterdams Museum als de uitspraken van de mensen uit de buurt, is dat het Aardappeloproer niet persé gezien wordt als een ‘ramp’. Niet de gevallen slachtoffers staan centraal, maar de onlusten zelf, of in het geval van het bordje van het Amsterdam Museum, de omstandigheden die tot die onlusten leidden.
Conclusie
De gebeurtenissen op het Haarlemmerplein in 1917 zijn niet fysiek zichtbaar. Sommige mensen die ik sprak wisten van het Aardappeloproer af, anderen niet. Degenen die het wisten relateerden dit aan het feit dat ze zelf uit de buurt kwamen. Tijdens dit veldwerk heb ik geleerd dat er op meerdere manieren naar het Aardappeloproer gekeken kan worden. Enerzijds kan het gezien worden als ‘ramp’, waarbij 9 doden en 114 gewonden zijn gevallen. Dit was mijn uitgangspunt toen ik aan deze opdracht begon, niet in de laatste plaats omdat ik dit onderzoekje vanuit de cursus Culture and Catastrophe: The Anthropology of Disasters volg. Een andere manier om naar het Aardappeloproer te kijken is het oproer in zijn totaliteit te zien, in tegenstelling tot slechts het bloedbad aan het eind. In die zichtwijze staat het Aardappeloproer als volksprotest op de voorgrond. In plaats van het verdriet om de slachtoffers staan de politieke context van het oproer en de actie van de demonstranten centraal, iets dat bij het Patatatoe-festival zelfs gevierd wordt.
This slideshow requires JavaScript.
Jordaan Geschiedenis
Oostelijke Eilanden staan stil bij het Aardappeloproer Door: Julia Cornelissen De Oostelijke Eilanden staan stil bij het gewelddadige Aardappeloproer in de stad van honderd jaar geleden. Lees meer...
Gericht schieten op radeloze vrouwen Kester Freriks 1 juni 2017 Aardappeloproer Dit jaar is het precies 100 jaar geleden dat het Aardappeloproer plaatsvond; vrouwen op hongertocht in de Jordaan en de Oostelijke Eilanden. Lees meer...
Stadsarchief Amsterdam
Ontdek meer over de oproer in het stadsarchief!
Bibliography
- Amsterdams Museum, #020TODAY OPROER. Aardappeloproer 95 jaar geleden. http://hart.amsterdammuseum.nl/35268/nl/020today-oproer (06/10/2014).
- Hamnett, C. Gentrification and residential location theory: a review and assessment. In: Herbert, D. & Johnston, R.J. (eds.) Geography and the Urban Environment: Progress in Research and Applications. New York: Wiley and Sons, pp. 282-319.
- Mens, J. 1957 Godt alleen d'eere. Amsterdam: Kosmos.
- Mokums Aardappeloproer. http://www.mokums.nl/aardappeloproer.html (29/10/2014)
- Stadsarchief Amsterdam. Aardappeloproer. http://stadsarchief.amsterdam.nl/presentaties/amsterdamse_schatten/oproer/aardappeloproer/index.nl.html (29/10/2014).
- Tussen Taal en Beeld. Het Aardappeloproer. http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60NE.htm (29/10/2014)
- VPRO. Uur 2: het Aardappeloproer, vrouwenwoede! Uit: Hoor Haar, VARA 1984. http://www.vpro.nl/speel.program.27508455.html (29/10/2014).
- Welzijn IJsterk. Centrum Oost. DRIE FESTIVALS op de Oostelijke Eilanden. http://www.welzijn.ijsterk.nl/index.php?ru=53&it=1235&st=gr (06/10/2014).