Written and Photography by Bob van Helden
Honderd jaar geleden. Enkele dagen had het hard gewaaid. Grote golven waren te zien op de Zuiderzee, maar het water kwam op Marken wel vaker erg dichtbij. Zeevissers trokken de zee op, niet wetende dat een groot deel niet meer terug zou keren. In de nacht van 13 op 14 januari bereikte de storm haar hoogtepunt en ‘des nachts om drie uur, gebeurde het vreeselijke. De huizen werden door het water weggeslagen’ (Helderse Courant 1916). Het water bereikte onder andere op Marken ‘eene hoogte als nimmer' is voorgekomen’ (Ramaer 1916: 9). Met name op Marken, toen nog een eiland aan de rand van de Zuiderzee, waren de gevolgen van de vloed heftig. Dijken waren doorgebroken en het water baande zich een weg door de straten. Al snel stond het dorp blank en begonnen huizen en schuren af te breken en zelfs weg te drijven. De storm ging in de loop van de ochtend liggen en de ravage was duidelijk zichtbaar (Water, kust land 2016: 6). Zestien bewoners van Marken waren verdronken in de woeste zee, enkele bewoners zaten een tijd gevangen op zolders en er dreven grote vissersboten door de straten (Beek 2014: 7). Deze watersnood wordt vaak overschaduwd door dé welbekende watersnoodramp van 1953, maar is niet minder interessant en relevant om uit te lichten, met name doordat de ramp verschillende ontwikkelingen op basis van waterveiligheid tot stand heeft gebracht.˝
In januari dit jaar, exact honderd jaar na de ramp, werd deze gebeurtenis herdacht. Slachtoffers werden geëerd met een monument, het Markermuseum werd geopend en verschillende aanpassingen in het dorp maken momenteel de ramp meer aanwezig dan in de afgelopen honderd jaar. Maar hoe zijn de gevolgen van de ramp op het landschap in en rondom Marken tegenwoordig nog zichtbaar? Een bezoek aan het huidige schiereiland zou antwoord kunnen geven op deze vraag.
Door een lange smalle dam is het in de verte gelegen eiland verbonden met het vaste land. De lucht is onheilspellend donker, er lijkt een storm op komst. Verschillende rampenscenario’s schieten door mijn hoofd, door het lezen van de vele verhalen rondom de watersnood van 1916 over metershoge golven en families die vast zaten op zolders. Door de autoruit maak ik een foto en besluit, ondanks de angstaanjagende gedachtes, de reis voort te zetten, naar het dorp dat honderd jaar geleden nog geheel onder water stond.
Marken ligt er mooi bij. Het is omgeven door water en de felgroene huizen schitteren in de zon, de laatste zonnestraal voor de fikse regenbui die op komst is. Het centrum van het dorp zelf is slechts voor bewoners met de auto te bereiken, bezoekers moeten parkeren op de grote parkeerplaats voor de ‘ingang’. Bij het parkeerhuisje wordt ik vriendelijk gegroet door een meneer, die maar al te graag wat meer informatie geeft over wat er allemaal te zien en beleven is in het dorp. Hij geeft een folder, waar het jaartal 1916 op de voorkant prijkt. Een jaartal om nooit te vergeten.
Het is niet druk op de parkeerplaats, maar dat het er vol met auto’s kon zijn is zeker voor te stellen. Door toeristische borden te volgen word je het dorp in geleid: ‘museum’, ‘haven, ‘toilet’. Het dorp lijkt wel een openluchtmuseum, met haar felgroene, pittoreske huizen, winkeltjes vol Hollandse accessoires, een klompenmaker waar je kan poseren met een plastic koe. Wat je al gauw vergeet is dat er werkelijk mensen wonen. Het is een rustige dag, maar verschillende bewoners begeven zich op hun fiets door de straten met boodschappentassen en kinderen achterop. Daartussen loopt een groep Spaanse toeristen, die verwonderd naar de huizen kijken en foto’s maken. Zelf ben ik er ook één, een toerist, in eigen land, maar toch in een voor mij geheel onbekende omgeving.
Wat gelijk opvalt aan het dorp zijn de woningen. Enkele huizen staan op palen en staan zo meters boven de grond. Dit blijkt te maken te hebben met de eeuwenoude relatie van het dorp met het omliggende water. Het leven op Marken was al voor de ramp continu aangepast aan het omliggende water. Omdat de straten enkele keren per jaar blank stonden, werden de huizen daar op aangepast. Er ontstonden zogenaamde paalwoningen, wat inhield dat de huizen enkele meters boven de grond stonden. Even later wordt het voor mij duidelijker, wanneer in het Markermuseum een vrijwilligster vertelt over haar vader, die voor 1916 al in het dorp woonde: “Mijn vader woonde in een bovenhuis. Een paar keer per jaar liep het onderhuis gewoon onder water. Nu hebben we 100 jaar droge voeten”. Dat het dorp geregeld onder water liep, was lastig voor te stellen. De inwoners van Marken waren dus wel gewend aan water op straat. Maar toch was de ramp van 1916 een stap erger (Beek 2014: 32).
Langs de wegen van het dorp staan sinds begin dit jaar op verschillende plaatsen informatieborden met foto’s van de ramp in 1916 met korte verhalen. Op bepaalde locaties is op deze informatiepanelen te zien hoe weggedreven en beschadigde huizen zijn gerestaureerd en weer in gebruik zijn, omdat het bord geplaatst is voor het huis dat op de foto is afgebeeld. Dit is bijvoorbeeld te zien op de onderstaande foto.
Picture 1. Watersnood 1916 op Marken.
Op de oude foto uit 1916 is te zien hoe bewoners bezig zijn met het wederopbouwen van het terrein. Deze huizen lijken niet enorm verwoest, maar tonen wel sporen van de ramp. De foto zal enige tijd na de watersnood gemaakt zijn, omdat te zien is dat de waterpeil al weer gezakt is. In de achtergrond is de weer rustig geworden zee zichtbaar. Het huis ligt tegenwoordig niet meer aan zee en wordt omringd door andere woningen, waaronder nieuwbouw. Wel is te zien dat de huizen in oorspronkelijke staat hersteld zijn, alsof er niets is gebeurd. Opvallend aan de ramp van 1916 is dat er, opmerkelijk voor die tijd, veel beeldmateriaal van te vinden is. Foto’s en zelfs films toonde de ravage die de Zuiderzeevloed had achtergelaten. Het wordt dan ook wel gezien als de eerste nationale mediaramp (Water, kust, land 2016: 6). De verspreide foto’s zorgden toentertijd voor het opstarten van vele hulpacties voor het rampgebied.
Tegenwoordig dragen de beelden, met name voor mij persoonlijk, bij aan een gevoel van verbintenis met de ramp en de slachtoffers. Het kan moeilijk zijn om je in te beelden dat de grond waar je op staat honderd jaar geleden onder water stond, maar de foto’s helpen aan het creëren van een idee. Omdat je zelf fysiek aanwezig bent op de plaats van de ramp ga je jezelf identificeren met de mensen van toen. De foto’s brengen de situatie zo gedetailleerd in beeld, dat je het letterlijk voor je ziet. Deze ogenschijnlijke verbintenis overschrijdt de honderd jaar. Je waant je in die tijd, op die plaats, in die situatie.
Ik vervolg de brede weg en passeer de begraafplaats op een kleine verhoging, een zogenaamde terp. Dit is een verhoogd stuk land om beter beschermd te zijn tegen het water (Beek 2014: 32). Ondanks het feit dat er in het dorp veel open vlaktes te vinden zijn, ligt de begraafplaats tussen de bomen. Het zien van de begraafplaats zet mij aan het denken over de slachtoffers van de ramp, die hoogstwaarschijnlijk hier begraven zijn. De weg loopt verder langs een open veld en maakt een grote bocht. Ineens zie je een verandering in het landschap. Achter de groene, oude huizen doemt er een grote nieuwbouwwijk op. De gloednieuwe bakstenen steken scherp af tegen de oude woningen. Ze staan er totaal misplaatst bij en veranderen gelijk de sfeer: het voelt onrustig. Het is wel te bedenken dat een groot deel van de huizen toentertijd verwoest zijn en dat er nieuwe huizen gebouwd moesten worden om de mensen een woonplaats te geven, maar de bouwstijl van de nieuwe woningen is zodanig anders, dat je gelijk in een stadse wijk waant. Enkele meters verder op verdwijnen deze gebouwen weer achter de welbekende groene huizen en komt de kerk, waarvan de top al van verre te zien is, langzaam in beeld. De kerk bevindt zich hoger dan de rest van het dorp, op een terp. Dit is een aangelegde heuvel waar huizen en andere gebouwen op stonden die zo beter beschermd waren tegen het water. Deze bestonden voor de watersnood al, maar zijn nog steeds duidelijk zichtbaar. De kerk, bij ieder dorp het middelpunt, bevindt zich bovenop de terp en is in dit geval dus het verste verwijderd van het mogelijk opkomende water. De kerk is duidelijk gerestaureerd en heeft in 1916 ook zeker een klap gekregen. Op enkele huizen in het dorp zijn begin 2016 kleine borden bevestigd die het waterpeil van 1916 aangeven. “In 1916 kwam het water tot hier!”, staat er op. Je voelt je opeens heel klein, wanneer je ziet dat het enkele meters hoog stond.
In het raam van de plaatselijke kapperszaak hangt een poster die refereert aan de tentoonstelling in het Markermuseum over de ramp. In dit kleine, maar toch interessante museum, dat gesitueerd is in een oorspronkelijk Markers huisje, leer je in korte tijd de geschiedenis van Marken kennen. In het museum, waar uniek beeldmateriaal wordt tentoongesteld, wordt duidelijk dat er op zo’n honderd kilometer verder naar het noorden een grote verandering heeft plaatsgevonden naar aanleiding van de watersnood in 1916, die onder andere voor Marken grote gevolgen had. In 1927 werd er begonnen met de aanleg van de Afsluitdijk, die zorgde voor een scheiding tussen de Zuiderzee en de Waddenzee. Dit was een omslagpunt voor Marken (Beek 2014: 12). De woeste Zuiderzee werd het rustige IJsselmeer, het zoute water werd zoet, wat een einde maakte aan de zeevisvangst. Na de aanleg van de Houtribdijk tussen Enkhuizen en Lelystad, die bedoeld was als begin van de (nooit ingepolderde) Markerwaard, ontstond het Markermeer. De overstromingen stopten en de rust was wedergekeerd. Met dammen en dijken wordt er door de eeuwen heen geprobeerd om droge voeten te houden en nieuwe rampen te voorkomen. In 1959 werd besloten om Marken te verbinden aan het vaste land, door middel van een dam. Dit maakte dat Markers gingen wonen en werken aan de wal en dat het dorp gemakkelijk toegankelijk werd voor bezoekers. Ook zorgde de ramp voor een nieuwe regeling omtrent het dijkenonderhoud. Zoals het gezegde luidt: wien water deert, die water keert. Dit houdt in dat dijkbewoners de dijken zelf moesten onderhouden. Na 1916 kwam hier echter verandering in. De watersnoodramp zorgde voor een nieuw initiatief in de provincie Noord-Holland: de oprichting van het Hoogheemraadschap Noordhollandsch Noorderkwarier dat het dijkbeheer collectief over zou nemen (De Nijs 2003: 157). De dijken werden sterker, hoger en veiliger. In het gebied waar Marken zich bevindt, ook wel Waterland genoemd, zijn sindsdien geen grootschalige overstromingen meer geweest. Inmiddels wordt weer gewerkt aan een verdere versterking van de dijken. Ondanks het feit dat de ramp veel schade achter heeft gelaten, heeft het er ook voor gezorgd dat er veranderingen en verbeteringen werden doorgevoerd.
Er wordt volop aandacht besteed aan de gebeurtenis, waarschijnlijk vooral omdat het op 14 januari 2016 precies honderd jaar geleden was dat de ramp plaatsvond. De meeste verwijzingen naar de ramp zijn begin dit jaar doorgevoerd en zijn dus nog vrij nieuw. Op 14 januari vond er een herdenking plaats. De gehele dag was ingericht met toespraken, een optocht en uiteindelijk, als eerbetoon aan de slachtoffers, de onthulling van een monument: ‘The Wave’ (Nieuw-Volendam, 2016). Het monument is geplaatst aan de waterkant in de haven. In het monument zijn mensen te zien die één worden met de golven. Er zit een bank in geïntegreerd en aan de bovenkant zijn gekleurde platen verwerkt die zouden verwijzen naar de oorspronkelijke klederdracht van Marken. Van een afstand lijkt het geheel op een bemand schip, waarbij de doeken zouden fungeren als zeilen. Het schijnt dat de platen kunnen oplichten, maar zelf heb ik daar niets van meegekregen. Bij elkaar is het een modern monument om stil te staan bij de gebeurtenis, zodat het nooit vergeten zal worden (Water, kust land 2016: 4).
De ramp heeft dus veel vernietigd, mensen het leven gekost en angst gezaaid, maar heeft ook gezorgd voor verbeteringen in het landschap om herhaling te voorkomen. Ondanks het feit dat het dorp aanvoelt als een openluchtmuseum, is het bijzonder om het met de kennis over de ramp te bezoeken. De bordjes op de huizen, waarop staat hoe hoog het water kwam, laten je schrikken, wanneer je inziet hoe enorm hoog het was. De vele foto’s en beelden die bewaard zijn gebleven van de ramp geven de sfeer weer, waarbij je bijna zelf de kwetsbaarheid, angst en verslagenheid van de bewoners kunt voelen. Het feit dat op deze plaats een eeuw geleden enkele meters water stond, zet je aan het denken: zou het nogmaals kunnen gebeuren? Je loopt dan ineens heel anders door de straten van het dorp, bijna voorzichtig. In het dorp wordt druk geprobeerd om de ramp te blijven herinneren. Maar ook als bewoner van Marken word je zo dagelijks geconfronteerd met de ramp, zoals bijvoorbeeld door de foto’s op straat. Als je ouders en/of grootouders tijdens de ramp hebt verloren, lijkt dat mij vrij zwaar. Het zorgt er echter ook voor dat de slachtoffers nooit vergeten zullen worden.
In het landschap zelf zijn de sporen van de ramp te zien aan de nieuwe, verhoogde dijken. Deze zijn echter zonder voorkennis, niet eenvoudig te linken aan de specifieke watersnoodramp. Het lijken ‘gewone’ dijken zoals door heel Nederland te vinden zijn. De hoge huizen en terpen, die minder vaak voorkomen, zijn wat dat betreft opvallender en tonen de gemaakte aanpassingen aan het water aan.
De mogelijkheid om door het dorp te lopen, van verschillende kanten informatie te krijgen over de geschiedenis en gebeurtenissen zetten je aan het denken: hoe heeft het zo ver kunnen komen en had het voorkomen kunnen worden? De weersomstandigheden zijn uiteraard niet in de hand te houden en de storm was niet tegen te houden. Dat de dijken op veel plaatsen kwetsbaar waren, hadden de bewoners toentertijd echter zelf in de hand. De ramp heeft plaats gemaakt voor verandering, verbetering en veiligheid en was kennelijk ‘nodig’ om stappen te ondernemen. Maar dat het zo ver kon komen, had hoogstwaarschijnlijk niemand zich in kunnen beelden.
Na een dag vol indrukken en informatie laat ik het dorp achter me. Wat betreft de communicatie met de bewoners ben ik op dit moment tekort geschoten, slechts de vrijwilligster uit het Markermuseum kon mij te woord staan. Vervolgonderzoek zou uit kunnen wijzen in hoeverre de bewoners van Marken zelf de ‘aanwezigheid’ van de ramp ervaren en of er sprake is van een verschil tussen de veiligheidsbeleving van de oorspronkelijk en nieuwe bewoners. Maar de ramp is, hoogstwaarschijnlijk sinds begin dit jaar, erg zichtbaar gemaakt, onder andere met beeldmateriaal.
Het dorp dat zo veel meegemaakt heeft, dat heeft geleefd, is verwoest en weer opgebouwd en dat door het doorzettingsvermogen van haar bewoners tot op de dag van vandaag bestaat. Het heeft op mij een enorme indruk achtergelaten. Verhalen over het angstaanjagend water en over de mensen die op zolders gevangen zaten en om het leven kwamen spoken nog door mijn hoofd. De bui heeft even op zich laten wachten, maar op het moment dat ik de auto in stap, barst het los. Dikke regendruppels stromen over de voorruit. Het is een apart gevoel, het water komt. Je kunt de alarmklokken bijna horen. Ik laat het dorp achter mij, wanneer de regendruppels uit de hemel vallen. Ik hoop dat de bui meevalt. Zoals de vrijwilligster van het Markermuseum aangaf: op naar de volgende 100 jaar droge voeten op Marken.
Picture 2. MARKEN. De Groote Watersnood van 1916. Collectie Zuiderzeemuseum
Watersnood (1916) – Noord-Hollands Archief
nieuwsbericht
Onthulling monument “The Wave” op Marken 16-1-2016 om 10:46 Door De redactie Edam-Volendam - Algemeen Woensdagavond was op Marken de start van de herdenking van de Watersnoodramp 1916-2016. Na een kerkdienst werden waterwolven in brand gestoken langs de kust van de Gouwzee. Lees meer....
Verslag over den stormvloed van 13/14 januari 1916 Author: Ramaer, J.C. Contributor: Wortman, H. Date: 1916-09-28 Officiëel verslag over de stormvloed van 13/14 januari 1916 door Rijkswaterstaat. Deze stormvloed leidde tot nogal wat overstromingen in Zuiderzee gebied en was de directe aanleiding tot het starten van de Zuiderzeewerken (aanleg afsluitdijk en aanleg IJsselmeerpolders). Lees Meer...
Bibliography
- Beek en Kooiman
2014 Hydrobiografie Marken, Leven met het water - Gemeente Marken
Z.J. Geschiedenis van Marken: gemeente Marken. - Nieuw-Volendam
2016 Onthulling monument “The Wave” op Marken. - Ramaer, J.C.
1916 Verslag over den stormvloed van 13/14 januari 1916, opgesteld door Rijkswaterstaat. - Schrijver Onbekend
1916 (Watersnood Marken), 18 januari 1916, Helderse Courant. - De Nijs en Beukers
2003 Geschiedenis van Holland van 1795 tot 2000 deel IIIA, Hilversum Verloren. - Water, kust, land
2016 Persmap herdenking watersnood 1916 – 2016.